Leiderdorp toont resultaten biodiversiteit na zeven jaar meten in de natuur

De gemeente Leiderdorp heeft de ambitie om de biodiversiteit op haar grondgebied te vergroten. Daarvoor is data en kennis over de biodiversiteit in de gemeente essentieel. In 2017 is de gemeente gestart met het monitoren van de biodiversiteit in het dorp. Dit gebeurt via een Natuurmeetnet. In dit meetnet worden in meetrondes van drie jaar verschillende soortgroepen gemonitord, te weten: libellen en dagvlinders (jaar 1), vogels (jaar 2) en vleermuizen en vaatplanten (jaar 3). Leiderdorp deelt nu de resultaten van zeven jaar meten. Het doel van de metingen? Goed kunnen inspelen hierop. De gemeente wil zoveel mogelijk soorten aantrekken en bestaande soorten verstevigen. De bevindingen betrekt de gemeente in een biodiversiteitsplan dat in 2025 moet uitkomen. 

De eerste resultaten laten zien dat er een flink aantal soorten voorkomt in Leiderdorp: maar liefst 20 soorten dagvlinders, 22 soorten libellen, 99 vogelsoorten, 359 soorten vaatplanten en 8 soorten vleermuizen zijn in de afgelopen jaren aangetroffen. Hieronder vallen ook een aantal soorten die op de Nederlandse Rode Lijst zijn opgenomen; het overzicht van het Ministerie van LVVN met soorten die dreigen te verdwijnen. Wethouder Gebke Van Gaal: “het is indrukwekkend dat wij in Leiderdorp zoveel soorten hebben. Het is cruciaal om goed zicht te hebben op deze inwoners om de rijkdom hiervan te vergroten. Het is belangrijk dat voor insecten, vogels en planten plek is en blijft in Leiderdorp.”

Trends van verschillende soorten

Op de data die uit de zeven jaar Natuurmeetnet zijn voortgekomen, zijn ook trendanalyses uitgevoerd. Voor een aantal vlinder- en libellensoorten die zijn aangetroffen, was het al mogelijk om vast te stellen of ze achteruitgaan, stabiel blijven of toenemen. Zo is er een sterke toename gezien van het Klein geaderd witje (een vlinder) en de Bloedrode heidelibel, maar is ook een sterke afname gezien van de vlindersoorten Argusvlinder en Icarusblauwtje. Voor veel soorten was het echter nog niet mogelijk om trends vast te stellen, omdat per soortgroep nog maar drie keer is gemeten, en de daarbij aangetroffen aantallen soorten of aantallen individuen van soorten nog te erg schommelden om een duidelijke, statistisch kloppende lijn te laten zien. Daaruit blijkt dat het Natuurmeetnet nog jong is. Van Gaal: “Daarom zetten we het Natuurmeetnet voort en zijn we in 2024 begonnen met meetronde 3. De uitkomsten hiervan voegen we toe aan de reeds bestaande data en we berekenen dan opnieuw trends, zodat we steeds meer te weten komen over de biodiversiteit in onze gemeente”. 

Biodiversiteitsplan 2025

De uitkomsten en aanbevelingen die al zijn opgenomen in de rapportages, is de gemeente momenteel verder aan het bestuderen. De bevindingen worden meegenomen in het biodiversiteitsplan dat begin 2025 wordt verwacht en vinden mogelijk ook hun weg naar gemeentelijke beheerplannen. 

 

Deel dit nieuwsbericht