Bekendmaking
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Leiderdorp 2023
De raad van de gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022;
gezien het advies van het Politiek Forum van 12 december 2022;
gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Leiderdorp 2023
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- a.
- b.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
-
1.
De belasting wordt ter zake van niet-woningen geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het einde van het belastingtijdvak voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
- 2.
-
3.
Indien de belastingplichtige aantoont dat een substantieel deel van de voor de berekening van de belasting in aanmerking te nemen hoeveelheid water niet door middel van de gemeentelijke riolering is afgevoerd, wordt op verzoek van de belastingplichtige voor de berekening van de belasting de hoeveelheid afgevoerd water verminderd met de op ander wijze afgevoerde hoeveelheid water.
- 4.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
-
2.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde betaling als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Artikel 10 Termijnen en wijze van betaling
-
1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen rioolheffing worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede 2 maanden later.
-
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, € 75,00 of meer, doch minder is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal acht termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.