Bekendmaking
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Leiderdorp 2025
De raad van de gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nr.Z/24/167727/378892;
gezien het advies van het Politiek Forum van 9 december 2024;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Leiderdorp 2025.
Hoofdstuk II. AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
- 2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende Tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van diegene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende Tarieventabel.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal feitelijke gebruikers van het perceel wijzigt en daardoor vanaf 1 januari daarop volgend een lager tarief van toepassing is, bestaat aanspraak op ontheffing voor het aantal volle kalendermaanden dat na deze wijziging in het belastingtijdvak overblijft.
- 6.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag afvalstoffenheffing worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00, doch minder is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
Hoofdstuk III. REININGINGSRECHTEN
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven voor zowel de periodieke inzameling van bedrijfsafval als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De reinigingsrechten worden geheven van diegene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van diegene die van de gemeentebezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende Tarieventabel.
- 1.
- 2.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing van rechten naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van een kalendermaand wordt die kalendermaand aangemerkt als een volle kalendermaand.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht eindigt op de eerste dag van een kalendermaand wordt die kalendermaand aangemerkt als een volle kalendermaand.
- 4.
- 5.
Artikel 16 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen afvalstoffenheffing worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, € 75,00 of meer, doch minder is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 16 december 2024,
de griffier,
mevrouw H.K.B. Fobler
de voorzitter,
mevrouw T.C.M. Struik
Tarieventabel behorende bij Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Leiderdorp 2025
Behorende bij het raadsbesluit van 16 december 2024, nr. Z/24/167727/378892.