Bekendmaking
VERKEERSBESLUIT VOOR HET AANWIJZEN VAN 2 PARKEERPLAATSEN VOOR HET OPLADEN VAN ELEKRTISCHE VOERTUIGEN IN DE KLOOSTERHOF TEGENOVER PERCEELNUMMER 2 TE LEIDERDORP
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp,
Namens deze, de beleidsmedewerker verkeer.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp neemt een verkeersbesluit voor het aanwijzen van 2 parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen. Aanleiding is een aanvraag om in de Kloosterhof tegenover perceelnummer 2, een oplaadpunt voor elektrische voertuigen te realiseren. Deze aanvraag is getoetst aan de criteria zoals omschreven in de beleidsregels en hieruit is gebleken dat de aanvraag aan deze criteria voldoet. Om ervoor te zorgen dat het laadpunt gebruikt kan worden voor het opladen van elektrische voertuigen, is de gemeente voornemens om bebording te plaatsen die aangeeft dat de nabijgelegen parkeerplaats alleen gebruikt mag worden voor het opladen van elektrische voertuigen.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
De aanschaf en het gebruik van elektrische voertuigen in Nederland neemt toe, wat resulteert in een toenemende vraag naar oplaadfaciliteiten voor elektrische voertuigen. Binnen de gemeente Leiderdorp worden aanvragen voor oplaadpunten voor elektrische voertuigen getoetst aan de Beleidsregels openbare oplaadpalen in de publieke ruimte gemeente Leiderdorp 2022, vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiderdorp (hierna: de beleidsregels). Deze beleidsregels hebben tot doel om de oplaadpunten op weloverwogen locaties te plaatsen. Een oplaadlocatie dient aan de volgende criteria van artikel 6, eerste lid, sub a van de beleidsregels te voldoen:
- de oplaadlocatie staat niet direct voor een woning (wanneer aan een woonstraat slechts aan één zijde woningen staan is het mogelijk om aan de andere zijde van de woonstraat (de zijde waar geen woningen staan) een oplaadpaal te plaatsen.);
- de locatie is goed vindbaar en zichtbaar;
- de oplaadlocatie staat op ondergrond dat in eigendom is van de gemeente;
- de oplaadlocatie bevindt zich op een openbaar parkeervak;
- het is aannemelijk dat de oplaadlocatie door meerdere gebruikers gedeeld kan worden (dit om te voorkomen dat er ‘privé-parkeergelegenheid’ gecreëerd word). Daarbij mag iedereen met een elektrische auto gebruik maken van de oplaadlocatie, de oplaadlocatie in kwestie is en blijft immers een openbare voorziening;
De aangevraagde oplaadlocatie voldoet aan de criteria i t/m v van artikel 6, eerste lid, sub a van de beleidsregels.
Daarnaast wordt ook voldaan aan de criteria die aan de oplaadpaal worden gesteld op grond van artikel 6 eerste lid, sub b t/m j van de beleidsregels:
- de publieke oplaadpaal zal worden aangesloten op het hoofdstroomnetwerk;
- de fundering van de bevestiging van de oplaadpaal zal niet zichtbaar zijn boven het straatwerk;
- het grondvlak zal voldoen aan de in artikel 6, eerste lid, sub d genoemde afmetingen;
- de oplaadpaal zal een ingetogen kleur hebben;
- de oplaadpaal zal een sobere vormgeving hebben;
- de oplaadpaal zal niet worden gebruikt voor reclamedoeleinden;
- bij plaatsing van de oplaadpaal op/in een trottoir blijft minimaal 90 centimeter over aan breedte van het trottoir, bij voorkeur wordt 120 centimeter aangehouden;
- bij plaatsing oplaadpaal zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen. De oplaadpaal als zelfstandige voorziening dient minimaal 3 meter uit het hart van de stam van een boom te staan vanwege de stabiliteit van de boom. Tevens mag alleen aan 1 zijde van de boom een oplaadpaal komen;
- bij plaatsing van de oplaadpaal, blijft de doorgang voor ander verkeer (auto’s, fietsen, voetgangers, rolstoelen enz.) gewaarborgd.
Opladen elektrische voertuigen in relatie tot parkeren
In de Integrale Visie laadinfrastructuur (vastgesteld 7 juni 2021) heeft de gemeente Leiderdorp vastgelegd dat bij het beoordelen van een oplaadlocatie de parkeerdruk niet wordt meegewogen. Daarbij wordt de stelling gehanteerd dat (1) een elektrische auto in de plaats komt van een auto met een conventionele verbrandingsmotor en (2) dat het opladen van een elektrisch voertuig als gevolg van ontwikkelingen zoals smart-charging geen continue proces is.
1. Aantal auto’s blijft gelijk in het gebied
In het vraagvolgende open-marktmodel is het uitgangspunt dat er na realisatie van de laadlocatie er (op korte termijn) elektrische auto’s zijn. Dit is ook het geval als er een strategische laadlocatie wordt gerealiseerd. Een elektrische auto komt in de meeste gevallen in de plaats van een auto met conventionele verbrandingsmotor. Op wijk/buurtniveau blijft daardoor nagenoeg het aantal auto’s hetzelfde, zodat ook het aantal parkeerplaatsen hetzelfde kan blijven. Bij een laadlocatie blijven we het wenselijk vinden om parkeerplaatsen te reserveren voor elektrische auto’s. Op deze manier wordt voorkomen dat de oplaadpaal niet bereikbaar is om op te laden.
2. Opladen is geen continue proces
Als gevolg van smart-charging wordt een parkeerplaats die bij een laadlocatie wordt gereserveerd voor elektrische auto’s ook niet puur als een laadplek gezien, maar ook als parkeerplek waar elektrische auto’s langer kunnen staan dan puur de laadtijd. Ook hierdoor zijn wij van mening dat het reserveren van parkeerplaatsen bij openbare oplaadpalen niet ten koste gaat van het aantal parkeerplaatsen voor parkeren. Daarnaast zijn er ontwikkelingen gaande waarbij in de toekomst de mogelijkheid bestaat dat elektrische auto’s worden gebruikt om het elektriciteitsnet uit te balanceren door technieken zoals load balancing, micro grid laden en vehicle to grid laden*.
Als gevolg van smart-charging en de ontwikkelingen die hierin gaande zijn is het opladen van elektrische auto’s geen continue proces. Door smart-charging kan de elektrische auto opgeladen worden op momenten dat het elektriciteitsnetwerk minder belast wordt. Dit kan er toe resulteren dat het laden van de elektrische auto pas later wordt gestart dan wanneer de auto is aangesloten.
Bovenstaande wil overigens niet zeggen dat geen oog is voor de consequenties die laadlocaties kunnen hebben op het parkeerareaal. Door per oplaadlocatie in het begin niet meer dan twee parkeerplaatsen te reserveren, ongeacht het aantal oplaadpalen op de locatie, zorgen wij ervoor dat in de nabijheid ook parkeerplaatsen beschikbaar blijven voor niet elektrische auto’s.
- de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);
- het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
- het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);
- dat er overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) overleg is gevoerd met de verkeersadviseur van de politie. Deze heeft een positief advies uitgebracht.
Met het verkeersbesluit worden, op grond van artikel 2 van de Wvw 1994, de volgende doelstellingen beoogd:
- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, doordat weggebruikers met een elektrische auto gebruik kunnen maken van de weg;
- voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, door elektrisch rijden te stimuleren.
*Bij slim laden worden elektrische auto’s zo efficiënt mogelijk opgeladen, met als doel piekbelastingen van het net te voorkomen en daarmee overbelasting van de hoofdaansluiting tegen te gaan. Load balancing is een techniek die het laadvermogen automatisch aanpast aan de beschikbare hoeveelheid stroom. Dit zorgt ervoor dat op de gebruikelijke piekmomenten worden verminderd. Bij micro grid laden worden binnen lokale elektriciteitsnetwerken vraag en aanbod verevend. Vehicle-to-grid laden maakt het mogelijk dat elektrische voertuigen niet alleen in staat zijn om energie van het elektriciteitsnet af te nemen, maar ook om terug te leveren.
- dat burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag zijn voor het nemen van verkeersbesluiten en dat deze bevoegdheid op grond van het mandaatbesluit van 5 februari 2019 -zoals omschreven in het mandaatregister Leiderdorp 2017 hebben gemandateerd aan de programmamanagers en de medewerkers belast met het taakveld verkeer;
Burgemeester en Wethouders van Leiderdorp,
Namens deze,
lr. R.Verhoeven
Allround beleidsmedewerker verkeer
Als u het niet eens bent met dit besluit dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van publicatie in het Gemeenteblad van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het College van burgemeester en wethouders van Leiderdorp. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. Het bezwaarschrift moet tenminste uw naam en adres bevatten, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt en de gronden van het bezwaar en voorzien zijn van uw handtekening. Voorts wordt u verzocht een afschrift van het bestreden besluit mee te sturen en kenbaar te maken op welk telefoonnummer u bereikbaar bent.
Het bezwaarschrift moet u sturen naar het College van burgemeester en wethouders van Leiderdorp, Postbus 35, 2350 AA te Leiderdorp. Desgewenst kunt u de Voorzieningenrechter van de Rechtbank, postbus 20302, 2500 EH Den Haag, om het treffen van een voorlopige voorziening verzoeken. Voor de behandeling van een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd. De griffie van de rechtbank zendt u ter betaling een acceptgiro toe.