Bekendmaking
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2024
Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen Wmo
Artikel 2 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van een maand:
Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.
Indien met de bedragen genoemd in lid 1 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd (tot maximaal het resultaatbedrag in Zorg in Natura voor het betreffende product) met de volgende tarieven per uur:
Artikel 3 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf, maaltijdvoorziening en kindverzorging
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf, maaltijdvoorziening en kindverzorging luiden:
*De tarieven voor Maaltijdvoorziening en kindverzorging zijn gebaseerd op de uurtarieven van Huishoudelijke Ondersteuning, omdat het werkinhoudelijk het meeste op elkaar lijkt.
Artikel 4 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel, driewielfiets en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf, inclusief standaard fabrieksopties, en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering.
Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksjaren, ten hoogste:
Voor hulpmiddelen geldt een aantal gebruiksjaren van 7 jaar. Voor een sportrolstoel is dit 3 jaar.
Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren.
De restwaarde van het hulpmiddel kan worden teruggevraagd en wordt als volgt bepaald:
Artikel 5 Bedragen voor het persoonsgebonden budget Ambulante ondersteuning en Wonen met ondersteuning wooninitiatieven op basis van scheiden wonen en zorg
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor de maatwerkarrangementen ambulante ondersteuning en Wonen met ondersteuning zijn opgenomen in bijlage 1.
Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij het totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.
Hoofdstuk 3: Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor de specialistische voorzieningen wonen met ondersteuning regionaal
Artikel 6. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor de specialistische voorzieningen wonen met ondersteuning (wooninitiatieven op basis van scheiden wonen en zorg)
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor de maatwerkarrangementen specialistische voorzieningen Wonen met ondersteuning zijn opgenomen in het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2023.
Hoofdstuk 4 Bedragen voor vervoer en voor verhuiskosten
Artikel 8. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Personen die gebruik maken van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) moeten een bijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief (4 kilometer) en een tarief per kilometer. Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV, betalen een tarief van € 0,25 per kilometer. Overige personen betalen € 0,91 per kilometer.
Op jaarbasis bestaat de (maatwerk)voorziening CVV uit 2124 kilometer voor het gebruik van het CVV.
Artikel 9. Bedragen individueel vervoer
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor individueel vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:
- a.
- b.
- c.
- d.
Voor zover levenspartners 1 beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25, 50% dan wel 75%, of anders afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kunnen de kilometers en bedragen van artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Indien om andere redenen, zoals het nog gedeeltelijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, de vervoersbehoefte afwijkt, kunnen de kilometers en bedragen in artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin in de vervoersbehoefte reeds wordt voorzien.
Hoofdstuk 5 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 11. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
- a.
- b.
De termijn van de oplegging van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
- a.
- b.
- c.
De eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening gaat in op de datum van indicatie die in de beschikking staat plus 2 weken. Dit geldt ook voor het Pgb. Voor woningaanpassingen en hulpmiddelen geldt de datum van levering als ingangsdatum van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage stopt op datum van einde voorziening, in het geval van kortdurende, tussentijdse onderbrekingen loopt de eigen bijdrage door. De eigen bijdrage stopt in principe ook wanneer de ondersteuning langer dan drie maanden onderbroken wordt.
De oplegging van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De hoogte van de bijdrage in de kosten voor verblijf in de specialistische maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang wordt vastgesteld en geïnd door de betreffende opvanginstellingen. Voor de specialistische maatschappelijke opvang geldt een eigen bijdrage per nacht. De eigen bijdrage voor de vrouwenopvang betreft de wooncomponent van de voorziening. Het uitgangspunt is dat voor de cliënt in ieder geval de norm voor zak- en kleedgeld, zoals genoemd in artikel 23 van de Participatiewet, beschikbaar blijft. Vanwege persoonlijke financiële omstandigheden bestaat de mogelijkheid om van het standaard bedrag af te wijken. Voor de decentrale maatschappelijke crisisopvang geldt geen eigen bijdrage.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 november 2023.
Het College van Burgemeester en wethouders,
De secretaris,
de burgemeester
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor de maatwerkarrangementen ambulante ondersteuning en Wonen met ondersteuning luiden per periode van een week:
* Het is niet mogelijk om Wonen met Ondersteuning uitgevoerd via een ZZP in PGB te ontvangen. Daarom zijn de intensiteiten 2 t/m 4 voor Veiligheid en Sociaal Beheer uit deze tabel weggelaten.
* Het is niet mogelijk om Daginvulling of Wonen met Ondersteuning uitgevoerd via het sociaal netwerk in PGB te ontvangen.