Het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, gelet op de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland en de aan hem toegekende bevoegdheden krachtens de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht - in het bijzonder artikel 10:3 van deze wet - , besluit:

• I.

  Tot het verlenen van mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst West-Holland dan wel diens plaatsvervanger voor wat betreft de bevoegdheid tot:

  • a.

    Het uitvoeren van de bij of krachtens de navolgende wetten toebedeelde taken en bevoegdheden:

    • 1°

      De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het de bij of krachtens artikel 2.1, eerste lid, onderdelen e en i toebedeelde taken en bevoegdheden met betrekking tot het verlenen van enkelvoudige vergunningen betreft,`

    • 2°

      De Wet milieubeheer, met uitzondering van titel 10.4;

    • 3°

      De Wet geluidhinder, met inbegrip van het sluiten van overeenkomsten met woningeigenaren ten behoeve van geluidsaneringsprojecten;

    • 4°

      De Wet bodembescherming;

    • 5°

      De Woningwet, voor zover het de taken en bevoegdheden betreffende asbest betreft;

    • 6°

      Het Bouwbesluit 2012, voor zover het de taken en bevoegdheden betreffende asbest en sloopmeldingen betreft;

    • 7°

      De handhavings- en toezichtstaken in relatie tot de onder 1 tot en met 6 ge- noemde wetten en besluiten, waaronder tevens begrepen het nemen van handhavingsbeschikkingen, te weten last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, invorderingsbeschikking en het intrekken van de vergunning op grond van hoofdstuk 5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • b.

    Het uitvoeren van toezichts- en handhavingstaken, waaronder tevens begrepen het nemen van handhavingsbeschikkingen, te weten last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, invorderingsbeschikking en het intrekken van de vergunning op grond van hoofdstuk 5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in relatie tot:

    • 1°

      de geluidsnormen voor evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Leiderdorp 2020 (“Evenementenvergunning”);

    • 2°

      de geluidsnormen voor collectieve festiviteiten als bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene plaatselijke verordening Leiderdorp 2020 (“Aanwijzing collectieve festiviteiten”);

    • 3°

      de geluidsnormen voor incidentele festiviteiten als bedoeld in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Leiderdorp 2020 (“Kennisgeving incidentele festiviteiten”);

    • 4°

      artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Leiderdorp 2020 (“Overige geluidhinder”);

  • c.

    Het uitvoeren van de taken en bevoegdheden krachtens de volgende artikelen van de ‘Verordening Duurzaamheidslening gemeente Leiderdorp 2017’:

    • -

      artikelen 5, 7 tot en met 10 en artikel 15, met inachtneming van het bepaalde in de overige artikelen in de hiervoor genoemde verordening;

  • d.

    Het uitvoeren van de taken en bevoegdheden krachtens de volgende artikelen van de ‘Verordening Stimuleringslening duurzaamheid doelgroepen gemeente Leiderdorp 2017, 1ste wijziging’:

    • -

      artikelen 5, 7 tot en met 9 en artikel 15, met inachtneming van het bepaalde in de overige artikelen in de hiervoor genoemde verordening;

  • e.

    Het uitvoeren van de Verordening Duurzaamheidsvoucher Leiderdorp 2020-2021;

  • f.

    Het in relatie met de onder sub a tot en met e genoemde wetgeving, besluiten en verordeningen uitvoeren van taken en bevoegdheden bij of krachtens de navolgende wetten, waaronder begrepen het voeren van bestuursrechtelijke procedures en het ter zitting vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester:

    • 1°

      Gemeentewet;

    • 2°

      Algemene wet bestuursrecht;

    • 3°

      Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen en de

    • 4°

      Wet open overheid.

• II.

  Dat de directeur de bevoegdheden, genoemd in artikel I, in ondermandaat kan opdragen aan onder zijn bevoegdheid ressorterende ambtenaren.

• III.

  Dat voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat wordt gelijkgesteld de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

• IV.

  Dat het mandaatbesluit van 12 mei 2020 wordt ingetrokken op de dag volgend op de dag van bekendmaking en terugwerkt tot en met 14 maart 2023.

• V.

  Dat dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatbesluit gemeente Leiderdorp voor de Omgevingsdienst West-Holland”.

• VI.

  Dat het onderhavige besluit in werking treedt op de dag volgend op de dag van bekendmaking en terugwerkt tot en met 14 maart 2023.

• VII.

  Kennis te nemen van de instemming met de mandaatverlening door de directeur van de Omgevingsdienst West-Holland dan wel diens plaatsvervanger.