Bekendmaking
Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht onder de Omgevingswet 2024-2028
Dit is het beleidsplan voor vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht onder de Omgevingswet. Het plan gaat in op het ‘wat’: wat zijn de ontwikkelingen en risico’s en wat willen we de komende jaren bereiken?
Het beleidsplan is gebaseerd op een omgevingsanalyse (kansen, risico’s, problemen), bevat de prioriteitstelling en onze doelen. Het plan heeft een looptijd van vier jaar (2024-2028).
Dit beleidsplan is ingedeeld aan de hand van gebieden. Voor elk gebied is aangegeven:
- •
- •
- •
- •
- •
De wijze waarop we onze doelen bereiken (het ‘hoe’) is uitgewerkt in twee aparte documenten. Het operationeel beleid gaat in op de instrumenten vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks opgesteld en bevat alle instrumenten met een raming van de in te zetten capaciteit.
Het uitgangspunt is dat bij de uitvoering van de VTH-taken de prioriteit ligt bij de grootste risico’s en de belangrijkste opgaven en ontwikkelingen. De omgevingsanalyse in dit beleidsplan geeft inzicht in de risico’s en opgaven. Bij het benoemen van onze doelen zijn we selectief: de verantwoording over een groot aantal doelstellingen leidt tot een onevenredige administratieve last. In onze doelen geven we concreet aan wat we willen bereiken en we monitoren en verantwoorden de voortgang van de doelen.
Om zicht te hebben op de risico’s en ontwikkelingen is een omgevingsanalyse nodig van het grondgebied en de activiteiten die plaatsvinden. Dit is gedaan aan de hand van werksessies met VTH-medewerkers. Daarbij volgen we de indeling naar gebiedstypen:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Dit beleidsplan gaat over de VTH-taken die gebaseerd zijn op de Omgevingswet en VTH-taken die uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanhaken bij de Omgevingswet. Dit betekent dat het beleidsplan onder andere gaat over preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsplan, bouw-, sloop-, en brandveiligheidsregels en regels ten aanzien van cultureel erfgoed en monumenten.
Dit beleidsplan vervangt het ‘Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving Wabo-taken 2022-2026’.
De prioriteitstelling in dit beleidsplan is gebaseerd op het effect van een risicovolle activiteit of ongewenst gedrag. Voor elke ontwikkeling of elk risico dat is vermeld en beschreven, is beoordeeld wat het effect is op zes verschillende aspecten. Onderstaand zijn deze zes effecttypen vermeld met een beschrijving van een laag, middelmatig of hoog effect dat zich kan voordoen. De omschrijvingen zijn gebaseerd op landelijke uitwerkingen.
Bij de risicoanalyse zijn we nagegaan in welke mate zich effecten voordoen en wat de kans is dat dit effect optreedt (risico = kans x effect). De uitkomst daarvan (lage, gemiddelde of hoge prioriteit) is steeds weergegeven.
1.6 VTH-beleid en de Omgevingswet
Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving is een beleidsplan verplicht en vastgelegd in de Omgevingswet (afdeling 18.3) en in het Omgevingsbesluit (afdeling 13.2). Met dit beleidsplan (en de operationele strategie) geven we invulling aan de eisen die hierin zijn bepaald. Het VTH-beleid wordt vastgesteld door het college en ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad en in het kader van het Interbestuurlijk Toezicht aan de provincie Zuid-Holland. Daarmee is het VTH-beleid een richtinggevend document voor het college van B&W bij de uitvoering van de wettelijke taken in het kader van de Omgevingswet. Dit beleidsstuk zal tevens worden gepubliceerd op de landelijke website.
De VTH-beleidscyclus (BIG8) gaat over het opstellen van een beleidsplan (omgevingsanalyse, prioriteiten), uitvoeringsprogramma, taakuitvoering, monitoren en evalueren. Kortom een cyclus die ondersteunend is om de fysieke omgeving te reguleren (‘risico’s aanpakken’).
In de Omgevingswet staat de kwaliteit van de leefomgeving centraal, waarbij initiatieven uit de samenleving invloed hebben op die kwaliteit. Uitvoering betreft activiteiten van inwoners, bedrijven of overheden als initiatiefnemer. De zorg van de overheid is erop gericht de leefomgeving te verbeteren waar deze tekortschiet en kwaliteiten te behouden waar ze goed zijn. Nieuwe instrumenten zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan worden leidend.
De vervlechting van de beleidscyclus voor de VTH taken en de instrumenten en werkwijze van de Omgevingswet gaat de komende jaren verder vorm krijgen. Voor dit beleidsplan is al zoveel mogelijk geanticipeerd op de nieuwe werkwijze onder de Omgevingswet.
In dit beleidsplan sluiten we aan bij de principes van de Omgevingswet: eenvoudiger en beter met meer afwegingsruimte door een actieve en flexibele aanpak. Dit zal niet van de ene op de andere dag geregeld zijn. In de praktijk moeten deze principes ‘groeien’. Met de komst van de Omgevingswet wijzigt ook een deel van de procedurele kaders. De wijzigingen als gevolg van de inwerkingtreding van Omgevingswet en van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen per 1 januari 2024 zijn meegenomen in dit beleid.
Voor de VTH-taken ligt de wettelijke basis in onder andere de Omgevingswet en de Algemene Maatregelen van Bestuur die direct werkende regels stellen aan activiteiten in de fysieke leefomgeving. Bij de indeling en uitwerking van de gebiedstypen (historische dorpskernen, woongebieden, bedrijventerreinen, buitengebied, recreatiegebieden, natuurgebieden en risicogebieden) blijkt dat er VTH instrumenten worden ingezet die niet zijn te verbijzonderen naar een gebiedstype. Deze meer algemene instrumenten staan in dit hoofdstuk; ze worden onafhankelijk van het gebiedstype ingezet.
De Hoofdstraat bevindt zich aan de Oude Rijn die de grenst vormt met Leiden en Zoeterwoude. Hoewel het gebied zich kenmerkt door een overwegende woonfunctie zijn er op de achterliggende terreinen ook kleinere bedrijven aanwezig (zelfstandigen of aan huis).
Het lint langs de Oude Rijn kent kleinschalige bebouwing met een dorps karakter. De bereikbaarheid is lastig met beperkte parkeergelegenheden. Diverse panden hebben een erfgoedwaarde. Het lint langs de Oude Rijn is een belangrijke identiteitsdrager van de gemeente Leiderdorp.
Het gebied ‘Het Oude Dorp’ kent dichte bebouwingstructuur langs groene straten en voortuinen. Er zijn hier half vrijstaande en korte rijtjeshuizen te vinden. Ook in Het Oude Dorp zijn diverse oudere panden met erfgoedwaarde. Het karakteristieke en dorpse karakter is het meest aanwezig ter hoogte van het Oude Dorp. Dit wordt dan ook gezien als het historische hart van Leiderdorp.
Afbeelding: in rood 'het Lint Oude Rijn’ en in het oranje ‘Het Oude Dorp’.
In de historische dorpskernen spelen verschillende ontwikkelingen en risico’s.
Het veranderen van gemeentelijke- en rijksmonumenten
De gemeente Leiderdorp heeft een rijke bebouwde geschiedenis met veel monumenten.
Er zijn 42 gemeentelijke monumenten, waarvan 29 woningen. Er zijn 31 inschrijvingen in het Rijksmonumentenregister, waarvan 17 boerderijen en 5 molens. De monumenten zijn bewoond en in enkele gevallen verhuurd.
De monumenten zijn gebaat bij zinvol economisch gebruik (geen leegstand, deugdelijk onderhoud, nette uitstraling) en het vermijden van aantasting van de monumentale waarde. Het ongewenst verbouwen of slopen van (delen van) monumenten zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning kan tot onherstelbare schade leiden. Om die reden worden aanvragen tot het veranderen of wijzigen zorgvuldig getoetst en houden we toezicht op het naleven van de voorschriften.
Het negatieve effect van (ongewenst) veranderen van monumenten is de onomkeerbare schade die aan het monument wordt aangebracht, verminderen van de historische waarde en de negatieve aandacht van andere overheden en maatschappelijke organisaties die de gemeente (en de eigenaar) aanspreken. De monumenten bevatten over het algemeen geen asbest.
De kans op het ongewenst veranderen van monumenten is gemiddeld. In onze gemeente liggen relatief veel gemeentelijke en rijksmonumenten. Deze zijn bewoond en in goede staat. Eigenaren zijn bekend met de monumentale status en uit ons toezicht blijkt dat de regels goed worden nageleefd, op enkele incidenten na.
Aantasten van archeologische waarden
Leiderdorp ligt precies op de noordelijke grens (“limes”) van het Romeinse rijk en in de bodem liggen veel archeologische voorwerpen uit die tijd. De archeologische waarden kunnen worden aangetast door activiteiten zoals graven, aanbrengen van funderingen, bodemenergiesysteem. Er is een hoge trefkans bij dergelijke activiteiten.
Bij het aantreffen van voorwerpen kan de initiatiefnemer deze laten documenteren en (meestal) de werkzaamheden continueren. Graven is vergunningplichtig boven bepaalde oppervlaktes (>100m2) of diepte (>30 cm).
Veranderen cultureel historische en welstandsgevoelige objecten
In aanvulling op de gemeentelijke en rijksmonumenten zijn er ook veel cultuurhistorische en welstandsgevoelige objecten in de historische dorpskernen (ensembles: samenhangend geheel van cultuurhistorische objecten). Ook hier kan er aantasting zijn door (ver)bouw die het object zelf en het gehele aanzicht negatief beïnvloedt. De kans is hoog, er zijn veel objecten en aanpassingen zijn aan de orde van de dag. Tegelijkertijd vinden er sluipenderwijs veranderingen plaatst die het aangezicht en de zichtpunten op de Rijn verstoren. Denk aan het plaatsen van (kleine) bijgebouwen, dakkapellen.
Leiderdorp ligt midden in de Randstad. De gemeente Leiderdorp telt 27.464 inwoners. Aan de westzijde ligt Leiden en de andere delen grenzen aan het Groene Hart. De 12.506 huishoudens in de gemeente Leiderdorp worden verdeeld over 3 wijken en 16 buurten. In de woongebieden liggen meerdere winkelcentra. Het winkelcentrum Winkelhof is het hoofdwinkelcentrum. Gelegen aan de Van Diepeningenlaan en de Laan van Ouderzorg is Winkelcentrum Santhorst te vinden.
Aantal inwoners 2022 per buurt 1 |
|
Illegale verhuur/bewoning (bv. arbeidsmigranten en studenten) |
|||||||||
Bedrijven aan huis waar dit niet is toegestaan (nevenactiviteiten) |
|||||||||
Slopen zonder of in afwijking van een melding (bv. sloop en asbest) |
|||||||||
Zonder omgevingsvergunning realiseren van bouwwerken
Bij het realiseren van bouwwerken in de woonwijken zijn - naast wettelijke bouwregels – ook regels van toepassing vanuit het omgevingsplan en welstand (Driegatenbrug, Lint Oude rijn en Essenpark). Voor steeds meer bouwwerken hoeft geen omgevingsvergunning meer aangevraagd te worden (vergunningsvrij). Initiatiefnemers stellen hierover vragen aan het loket. Zij realiseren in sommige gevallen hun bouwwerk zonder vergunning, terwijl tijdens of na de bouw blijkt dat een omgevingsvergunning noodzakelijk was. Veel voorkomende zaken zijn schuttingen, fietsoverkappingen, bergingen, dakkapellen en dakopbouwen. Het effect van het zonder omgevingsvergunning bouwen van dergelijke bouwwerken is gemiddeld, evenals de kans.
Verbouwen zonder omgevingsvergunning
Het verbouwen zonder omgevingsvergunning heeft een hoog effect. Vaak gaat het om constructieve doorbraken met een hoog risico. Ook worden andere eisen dan onvoldoende meegenomen (ventilatie, daglicht, maximaal bouwvlak). De kans is hoog; er komen veel verbouwingen voor en er wordt niet altijd een omgevingsvergunning voor ingediend.
In de woonwijken gaat het bij illegale bewoning om de verhuur van woningen of delen van woningen aan studenten of arbeidsmigranten waar dat niet is toegestaan (woningsplitsing, overbewoning). Het effect is hoog. Ook is de kans hoog door de druk op de woningmarkt en het grote aantal woningzoekenden; voor studenten vanuit Leiden is de gemeente Leiderdorp aantrekkelijk.
Bedrijvigheid aan huis waar dat niet is toegestaan
In het omgevingsplan staan de regels waarbinnen het is toegestaan om bedrijfsmatige activiteiten vanuit woningen te verrichten (ondergeschikte nevenactiviteit zoals kapper, administratiekantoor, klusbedrijf e.d.). We ontvangen hierover veel informatieverzoeken. Het effect van bedrijfsactiviteiten die niet zijn toegestaan is laag, net als de kans. We komen enkel incidenten tegen.
(ver)bouwen in strijd met de omgevingsvergunning
Het (ver)bouwen van panden in woonwijken in strijd met de omgevingsvergunning heeft een hoog effect. Er zijn constructieve risico’s, bouwwaardes (isolatie) worden niet gehaald en bouwwerken voldoen niet aan de eisen. De kans is gemiddeld; overtredingen zijn in beeld doordat we toezicht houden op de vergunningvoorschriften bij realisatie van (ver)bouwen.
Slopen zonder of in afwijking van de sloopmelding
De regels voor sloopactiviteiten staan in afdeling 7.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. Een sloopmelding is verplicht als er naar redelijke inschatting meer dan 10m3 sloopafval ontstaat of als er asbest verwijderd wordt. Dan is het ook noodzakelijk om een asbestinventarisatie te doen en om de asbest door een gecertificeerd bedrijf te laten verwijderen en afvoeren. Het effect van het slopen zonder of in afwijking van de melding is – met name bij asbest – hoog. De kans is gemiddeld. We krijgen veel informatieverzoeken. Toch is er kans op vanuit calculerend gedrag (kostenbesparing).
Gebruik pand in strijd met brandveilig gebruik
In de woonwijken gaat het om woningen en gebouwen waar veel personen verblijven.
De risico’s en effecten zijn hoog en de kans is gemiddeld.
Het aanleggen van een inrit, uitrit of weg zonder omgevingsvergunning heeft een laag effect en de kans is laag.
5 Bedrijventerreinen, industrie en kantoorgebouwen
Onder bedrijventerreinen verstaan we gebieden die zijn aangewezen voor lokale en regionale bedrijven (al dan niet industrie). Op deze terreinen zijn meerdere bedrijven gevestigd. Ook vallen grootschalige bedrijfsvestigingen buiten bedrijventerreinen onder dit gebiedstype.
Het bedrijventerrein de Baanderij ligt aan de noordwestrand van Leiderdorp en langs de Zijldijk is detailhandel zoals bouwmarkten, autoshowrooms, kantoren en opslagruimtes te vinden. Met aan de noordzijde gebouwen van de Leidse onderwijsinstelling (LOI) lag het accent in het noorden op onderwijsfuncties. Ten opzichte van Leiden ligt het gebied gunstig en tegelijkertijd is het ook dichtbij de dagelijkse voorzieningen in Leiderdorp. Het terrein maakt deel uit van de Leidse Ring.
In de A4-zone op het Elisabethhof bevindt zich perifere detailhandel. De woonboulevard is specifiek gericht op detailhandel in woonartikelen (bijvoorbeeld meubels en keukens).
Het bedrijventerrein Lage Zijde bevindt zich aan de Oude Rijn in het buitengebied, op enige afstand van de bebouwde kom. In 2016 is een nieuwe gebiedsvisie vastgesteld met als doel ‘een kleiner bedrijventerrein dat beter past in het landschap’. De 2,3 hectare die de verhuizing van het afvalverwerkingsbedrijf Vliko heeft achtergelaten moet een groene inrichting krijgen. Het gemengde bedrijventerrein is ongeveer 6 hectare groot.
Risico’s van bedrijven worden traditioneel gekoppeld aan milieu en brandveiligheid. Onze bedrijven hebben over het algemeen een beperkt risicoprofiel als het om milieu gaat. Risico’s vloeien voort uit de grote dynamiek: er wordt gebouwd, gesloopt en gewijzigd in gebouwen, productie en productieproces.
Voor de gemeentelijke basistaken is een gezamenlijk VTH beleid opgesteld door de aangesloten gemeenten en de Omgevingsdienst West-Holland. Deze taken komen niet terug in dit beleidsplan.
Ongewenst en ondermijnende activiteiten
Op onze bedrijventerreinen is er minder sociale controle dan in woongebieden. Diverse bedrijfsgebouwen (zoals leegstaande panden, loodsen, bergingen) zijn geschikt voor ongewenste activiteiten zoals de productie en opslag van synthetische drugs of hennep, heling van goederen of illegale prostitutie. In onze gemeente worden jaarlijks een vijftal drugslabs of hennepkwekerijen aangetroffen (bron: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid).
De opsporing van dit soort ondermijnende activiteiten is een taak van politie en andere partners. Vanuit de Omgevingswet kunnen wij toezien op strijdig gebruik en aspecten van brandveiligheid.
Het effect van de ondermijnende activiteiten op bedrijventerreinen is hoog op aspecten zoals veiligheid, gezondheid, overlast en onveiligheid. De kans is hoog, gelet op het feit dat we drugsproductie aantreffen.
Verrommeling en onveiligheid op bedrijventerreinen
Dit heeft te maken met aspecten zoals toenemende leegstand, verwaarlozing van panden, langparkeren van vrachtwagens en toenemend zwerfafval. Dit vermindert de uitstraling van het bedrijventerrein en het vestigingsklimaat. Het effect is hoog; ook omdat een bedrijventerrein grenst aan het Groene Hart. De kans is hoog.
Functiemening door transformatie de Baanderij
Er is een nieuwe gebiedsvisie voor de Baanderij ontwikkeld. Van oorsprong zaten er productievestigingen (vooral van staalkabels) met bedrijfswoningen op het terrein. Dit is in de loopt van de tijd al omgevormd tot bedrijfsmatige activiteiten op het gebied van ‘leisure’ en detailhandel (bijvoorbeeld bouwmarkten). De gebiedsvisie zet in op een ontwikkeling met grotere functiemenging van werken, wonen, winkels en andere functies. Door de grotere diversiteit aan functies en door het combineren van deze functies met wonen kan er vanuit de Omgevingswet een negatief effect optreden. In de zin dat activiteiten invloed op elkaar hebben, normen conflicteren, bewoners overlast ervaren van bedrijvigheid of dat we te maken krijgen met planschade (nadeelcompensatie).
De kans is laag. De reden is dat we de ontwikkeling van de Baanderij sturen met onze gebiedsvisie, omgevingsplan en omgevingsvergunningen.
Bij strijdig gebruik gaat het om bedrijfsactiviteiten in strijd zijn met het omgevingsplan of zonder benodigde omgevingsvergunning. Denk aan detailhandelszaken waar dat niet is toegestaan (of in omvang die niet is toegestaan). Dit leidt vooral tot concurrentievervalsing. De kans is hoog; er spelen ook enkele handhavingszaken. Ook wisselen panden vaak van eigenaar of huurder en van type bedrijfsactiviteiten.
Op de bedrijventerreinen gaat het bij illegale bewoning om de verhuur van bedrijfspanden of bedrijfswoningen aan studenten of arbeidsmigranten waar dat niet is toegestaan.
Het effect is hoog. Ook is de kans hoog door de druk op de woningmarkt en het grote aantal woningzoekenden; voor studenten vanuit Leiden is de gemeente Leiderdorp aantrekkelijk.
(Ver)bouwen zonder of in strijd met de omgevingsvergunning
Het realiseren van een nieuw bedrijfspand zonder omgevingsvergunning komt niet voor. We zien wel veel verbouwingen of het realiseren van een uitbouw. Het gaat om het splitsen van ruimtes zonder vergunning, realiseren van constructieve doorbraken, plaatsen van tussenwanden of -vloeren. Dit heeft een hoog risico voor de constructieve veiligheid en de eisen voor brandveiligheid. De kans is gemiddeld. Het is bekend dat hierop toezicht vanuit de gemeente, brandweer en omgevingsdienst is.
Slopen zonder of in afwijking van de sloopmelding
Het effect van het slopen zonder of in afwijking van de melding is – met name bij asbest – hoog. De kans is laag. We treffen weinig illegale sloop aan bij bedrijfspanden.
Gebruik panden in strijd met brandveilig gebruik.
Het gaat om activiteiten zoals het wonen in bedrijfspanden en/of kantoorruimten waar dat niet is toegestaan, het splitsen van panden, interne verbouwingen, niet toegestane opslag. Het effect is hoog. De kans is gemiddeld. Door het groot aantal verbouwingen is er kans op, maar de controles van gemeente, omgevingsdienst en brandweer bevorderen het naleefgedrag.
Het buitengebied van Leiderdorp grenst aan het Groene Hart en bestaat voornamelijk uit veenweidegebied. In het buitengebied is nagenoeg geen veehouderij meer. De bebouwing is gevarieerd en geclusterd in linten. De bebouwing bestaat voor het overgrote deel uit bedrijfsgebouwen, (historische) boerderijen en naast de rivier staan woningen.
In het noorden bevindt zich de Boterhuispolder die op het grondgebied van twee gemeenten ligt: Leiderdorp en Teylingen, met de Verlaatsloot als grens. De polder wordt overwegend agrarisch gebruikt en sinds 2012 zijn er verschillende wandel- en fietspaden, kanoroutes, picknickplekken en visstekken aangelegd voor recreatie.
In het zuiden van Leiderdorp ligt de Polder Achthoven. Deze polder ligt in een gebied met tal van cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden. Slootjes scheiden de kenmerkende lange, smalle strokenverkaveling met grasvegetatie. Polder Achthoven heeft hoofdzakelijk een agrarische functie.
Aantasten landschapswaarde door strijdig gebruik, bouwen of aanleg
In de polders gaat het om en activiteiten zoals bouwen in afwijking van voorschriften (onvoldoende realisatie van groen dak, beplanting), uitbreiding zonneparkjes, stallen van caravans in loodsen, verharden van terreinen, aanleg van een weg (bijvoorbeeld naar een zonneweide), realiseren van bouwwerken (berging, tuinhuis, schuur) in afwijking van het omgevingsplan. Het effect is een vermindering van de gebiedswaarde, verrommeling en schade aan groen en natuur. De kans is laag; over het algemeen treffen we weinig overtredingen aan.
Dit gaat over verstoring van cultuurlandschap en archeologie (Romeinse voorwerpen of oude kastelen) door grondbewerking, aanbrengen van verhardingen of realisatie van bijvoorbeeld een tennisbaan, tuinhuis of recreatiewoning. Het effect is laag. De kans is gemiddeld, het gaat ook om verstoring door activiteiten die zijn toegestaan.
In het buitengebied zijn geen grootschalige agrarische activiteiten. Het omgevingsplan staat activiteiten toe zoals kleinschalige dierhouderij, verbouw van ruwvoer, bodem- en sierteelt. In het gebied worden dieren gehouden (koe, geit) en er wordt mest uitgereden. Het maaien van weilanden in het broedseizoen kan de weidevogels verstoren. Het effect van deze activiteiten is laag; ook is de kans laag door de sociale controle in het gebied.
Veranderen cultureel historische en welstandsgevoelige objecten
In de polders liggen cultuurhistorische en welstandsgevoelige objecten. Er is een risico op aantasting door (ver)bouw die het object zelf en het aanzicht negatief beïnvloedt. De kans is gemiddeld.
Het effect is hetzelfde als is aangegeven bij het gebied ‘historische dorpskernen’.
De kans in het buitengebied is gemiddeld.
Aanleg of veranderen van een weg/inzit zonder of in afwijking van de vergunning
Niet toegestane aanleg resulteert in meer verhard oppervlak en meet transportbewegingen.
De kans is gemiddeld; we treffen bij controles inritten of weggedeeltes aan die niet zijn toegestaan.
De Bloemerd is een groot recreatie- en sportgebied. Het onderscheidt zich van andere sportparken in de regio door de landschappeljke ligging en natuur. Er bevinden zich hier een groot deel aantal verschillende sportverenigingen, een natuurspeeltuin en volkstuinen.
Centraal in Leiderdorp ligt het park de Houtkamp. Dit is een park met ongeveer 17 hectare aan water, groen en speelweiden waar zich onder andere een kinderboerderij, speeltuin en heemtuin bevindt. Ontspanning en vrije tijd staat centraal. In de boerderij die uit 1854 stamt is een restaurant gevestigd. Voor de inwoners van Leiderdorp is de Houtkamp een belangrijke groene, recreatieve voorziening met een natuurlijk karakter.
In de Munnikenpolder aan de rand van het westelijk veenweidegbied ligt de Jachthaven en watersportvereniging Doeshaven. Naast de Doeshaven ligt de Vadedoplas. Leiderdorp kent geen grote recreatieterreinen. In de Boterhuispolder bevindt zich een micro camping.
Panden in strijd met (brand)veilig gebruik
In de recreatiegebieden bevinden zich veel panden waar bezoekers komen of die worden verhuurd. Denk aan de kantines van sportverenigingen, restaurants, zwembad, ijsbaan.
Het effect van gebruik in strijd met het omgevingsplan of brandveiligheid (illegale verhuur, overnachtingen, niet adequate voorzieningen) heeft een hoog effect.
De kans is gemiddeld; er is controle door de brandweer en de gemeente.
Strijdig gebruik in recreatiegebied
In een recreatiegebied gaat het om wildkamperen of een tijdelijke camping. Het effect is gering en de kans is laag. We treffen nauwelijks overtredingen aan. De scouting en andere gebruikers vragen ontheffing aan om te overnachten. We treffen wel eens kampeerders aan bij het strandje.
Het natuurgebied in Leiderdorp is de Munnikkenpolder. De polder heeft een recreatieve functie en is ingericht als park. Het ‘Polderpark’ is een uitloop- en natuurrecreatiegebied met grasland in een weide verkaveling, waterplassen en sloten. In de Munnikkenpolder bevinden zich twee rijksmonumentale molens: Munnikkenmolen en Meerburgermolen.
De gemeente is eigenaar van het natuurgebied. In het omgevingsplan heeft het gebied de functie natuur met recreatie. Er is geen bewoning toegestaan. De gemeente of de natuurbeheer onderhouden het gebied. De enige activiteiten zijn het onderhoud van wandelpaden en de realisatie van een loopbrug of een vogelobservatiepost.
In het risicogebied liggen gebruiksfuncties direct naast elkaar. Zo is de rijksweg A4 zone een transformatiegebied. In dit gebied bevindt zich voornamelijk bedrijfsbebouwing aan brede groene lanen. In het risicogebied komen verschillende functies terug: bedrijven en detailhandel worden afgewisseld met voorzieningen zoals het ziekenhuis en restaurants.
Ter hoogte van de Simon Smitweg bevinden zich het gemeentehuis en gemeentewerf, een verzorgingstehuis en een jeugdzorg- en onderwijsinstelling. Naast dit gebied ligt de zorgboulevard met het ziekenhuis Alrijne en andere zorg-gerelateerde instellingen. Direct langs de A4, ten noorden van het ziekenhuis, begint de woonboulevard. Ook zijn er in het gebied enkele kantoren en een kerkgebouw. Het voormalig Ibis hotel wordt sinds eind 2014 gebruikt als tijdelijke huisvesting voor ongeveer honderd arbeidsmigranten. Verder zijn er nog enkele horecagelegenheden te vinden.
Van belang is dat externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluid belangrijke aandachtspunten zijn en belemmeringen kunnen vormen voor ontwikkelingen. De A4 leidt tot verkeerslawaai en fijnstof. Er worden op de A4 gevaarlijke stoffen vervoerd (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion, BLEVE). In het risicogebied bevinden zich ook twee van de vijf vluchtschachten van de HSL. Het risicogebied kent kortom verschillende gebruiksfuncties met begrenzingen in zones op externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit.
Gemengde functies in risicogebied
In de beschrijving bij het gebied is aangegeven dat er veel verschillende gebruiksfuncties zijn met elk hun eigen ontwikkelingen en dat er zones zijn vanuit externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit. Juist vanwege het risico is er veel aandacht voor een evenwichtige toewijzing van functies en toetsing op de (risico)normen. Het effect van de risico’s is gemiddeld; de kans op overtredingen is laag door de aandacht die we (en andere overheden) aan het gebied en de activiteiten geven en doordat er veel sociale controle is.
Het effect is hoog op alle onderdelen; ook omdat de transportweg het Groen Hart en de natuurgebieden doorkruist. Er rijden dagelijkse honderden vrachtwagens met gevaarlijke stoffen. De kans is laag doordat het risico wordt onderkent en doorwerkt in de normen.
(Ver)bouwen of slopen zonder of in strijd met de vergunning/melding
Het effect en de kans is lager dan in andere gebieden. De bouwwerken zijn in handen van betrouwbare eigenaren en we zien een goed naleefgedrag. Het is een zichtbaar en levendig gebied en de sociale controle is groot.
Panden in strijd met (brand)veilig gebruik
In het risicogebied binden zich veel locaties met een groot aantal personen dier er verblijven; in het ziekenhuis en de zorginstellingen met mensen die niet zelfredzaam zijn bij een calamiteit of brand. Het effect is hoog. De kans is gemiddeld; er zijn veel controles van de gemeente, omgevingsdienst en brandweer.